Gemengde resultaten op de “COVID-19 Wereldgezondheidsbijeenkomst”

Op de 73ste Wereldgezondheidsbijeenkomst zetten de Verenigde Staten hun aanval op China en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voort. De WHO erkende immunisatie als wereldwijd publiek gezondheidsgoed, maar liet na hetzelfde te doen voor vaccins.

Onderstaand artikel maakt deel uit van het ‘WHO-Watch’ program, een initiatief van de People’s Health Movement (PHM), een wereldwijde beweging waarin ook Viva Salud actief is. Het programma streeft naar de democratisering van het wereldwijde gezondheidsbeleid. Elk jaar betrekt PHM jonge activisten bij de opvolging van de bijeenkomsten van de beleidsorganen van de Wereldgezondheidsorganisatie, de vergadering van de Raad van Bestuur in januari en de Wereldgezondheidsbijeenkomst in mei.

De rol van de WHO in het inperken van COVID-19

De recent afgelopen Wereldgezondheidsbijeenkomst (WHA) was erg politiek getint met landendelegaties die hun politieke standpunten over uiteenlopende onderwerpen naar voren brachten, zoals de aanpak van COVID-19 door de Wereldgezondheidsorganisatie, intellectuele eigendomsrechten en de economische sancties van de Verenigde Staten tegen Iran, Cuba en Venezuela. De Directeur Generaal (DG) van de WHO, Dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, maakte een krachtig statement waarin hij steun vroeg voor de organisatie in de strijd tegen COVID-19. De WHO kreeg steun uit vele hoeken, van veel lage- en middeninkomenslanden tot rijke landen zoals Zweden en Duitsland.

De verklaring van Zuid-Afrika stelde dat “we de gelegenheid moeten aangrijpen om het leiderschap van de technische experts van de WHO te appreciëren.”

Zweden drukte zijn “krachtige steun en waardering voor de cruciale rol van de WHO en haar onvervangbare leiderschap in deze pandemie” uit. “Nu, meer dan ooit, is het moment om onze internationale samenwerking te verstevigen en wereldwijde solidariteit te tonen.”

De Duitse kanselier Angela Merkel zei dat de WHO de legitieme mondiale organisatie is op het gebied van gezondheid en voegde toe dat er moest bekeken worden of haar financiering duurzaam is.

De rol van de WHO in het inperken van COVID-19 heeft de afgelopen maand tot een verhit politiek debat geleid en dat werd voortgezet tijdens de tweedaagse virtuele WHA. De VS verweet het agentschap samen te spannen met China om het nieuws over een mogelijke verspreiding van het coronavirus tegen te houden. De VS heeft zijn bijdrage aan de WHO in april bevroren en gemengde signalen verstuurd over zijn plan om die bijdrage opnieuw te gaan betalen, gedeeltelijk of volledig. Ook op de eerste dag van de WHA was de VS scherp voor de organisatie.

VS-minister van gezondheid Alex M Azar zei: “We moeten duidelijk zijn over een van de hoofdredenen waarom we de controle verloren over deze uitbraak: deze organisatie heeft gefaald om de informatie te verkrijgen die de wereld nodig had, en dat falen heeft vele levens gekost.” Daaraan voegde hij toe dat “de WHO moet veranderen en een veel transparantere organisatie moet worden die veel meer rekenschap geeft.”

In een duidelijke verwijzing naar China verklaarde de VS ook nog dat “in een poging om de uitbraak verborgen te houden op z’n minst één lidstaat haar verplichting tot transparantie overboord gegooid heeft, met een verschrikkelijke kost voor de hele wereld tot gevolg.” China heeft die aantijgingen herhaaldelijk ontkend.

De VS bezorgde het hoofd van de WHO ook een afzonderlijke brief met de details van de beschuldigingen. Daarin staat dat het agentschap bezwaar had tegen een reisverbod voor China, hoewel het tegen februari al duidelijk was dat het coronavirus alle delen van de wereld bereikt had. De brief klaagt er ook over dat de WHO te lang gewacht heeft om de uitbraak officieel tot een pandemie uit te spreken.

Het is gezond om opbouwende kritiek uit te oefenen op de WHO en haar beslissingen grondig te onderzoeken om de koersrichting van de toekomst te bepalen. De rol van de VS is echter niet constructief. De financiering van de WHO vertragen en opschorten terwijl de VS de grootste bijdrage levert, zal de ontwikkeling van een wereldwijd beleidsplan om het virus te verslaan alleen hinderen.

Wordt het Covid-19 vaccin een publiek goed wereldwijd?

Intussen heft China twee belangrijke aankondigingen gedaan. Het land heeft beloofd dat elk COVID-19-vaccin dat in China ontwikkeld wordt wereldwijd publiek beschikbaar zal zijn. Het zal, met andere woorden, de principes van betaalbaarheid, toegankelijkheid en beschikbaarheid hanteren en China zal er geen winst op proberen te maken. Het kondigde ook aan een bijdrage van 2 miljard dollar te leveren voor de indijking van COVID-19.

Vertegenwoordigers van vele andere landen spraken hun voorkeur uit voor het plan om zo’n vaccin als publiek goed te behandelen. De resolutie die de Europese Unie en 37 andere landen voorstelden, en die op 19 mei unaniem aangenomen werd, schiet echter tekort op dat vlak. De COVID-19-resolutie beschouwt het als taak van de overheid voor immunisatie te zorgen, maar niet voor een vaccin.

In een commentaar op de resolutie waardeerde PHM de erkenning voor immunisatie als wereldwijd publiek gezondheidsgoed (in OP6 van de resolutie), maar veroordeelde ze de uitsluiting van vaccins van deze status. De door de markt gestuurde productie en distributie worden zo de facto bevestigd, met het risico op onbetaalbare prijzen en het uitblijven van noodzakelijke investeringen om aan de publieke gezondheidsnoden te beantwoorden.

De VS distantieerde zich van een aantal belangrijke onderdelen van de resolutie, zoals die over seksuele en reproductieve gezondheidsrechten en de flexibiliteiten die TRIPs-overeenkomst (inzake de handelsaspecten van intellectuele eigendom) bieden.

Vertegenwoordigers erkenden ook de steun die andere landen boden. Barbados, dat voor de Caraïbische eilanden sprak, bedankte Cuba voor het sturen van dokters naar het eiland en andere landen. Vertegenwoordigers brachten ook economische embargo’s op initiatief van de VS tegen landen als Iran, Cuba en Syrië ter sprake. Terwijl de VS betogen dat sancties geen beperkingen opleggen voor producten voor humanitaire noden, verhinderen de sancties in de realiteit dat medisch materiaal en voedingsproducten deze landen bereiken. Private ondernemingen die bij de VS op een goed blaadje willen staan aarzelen om producten aan deze landen te leveren.

De resolutie bevat bemoedigende woorden over TRIPs-flexibiliteiten, palliatieve zorg en andere onderwerpen. Ze schiet echter tekort op een aantal kritieke punten in de respons op COVID-19. Gendergerelateerd geweld, effecten van de lockdown op honger en de migratiecrisis zijn daar enkele van. Deze kunnen niet los gezien worden van andere inspanningen rond COVID-19. Er is nu nood aan een volwaardig beleidsmechanisme dat oog heeft voor de sociale determinanten van gezondheid en dat sociale en economische uitsluiting centraal stelt als oorzaak voor het gebrek aan toegang tot gezondheidszorg.

Organisaties uit het maatschappelijk middenveld die het wereldwijde beleid volgen hebben hun verklaringen aan de WHA bezorgd. Een van hun belangrijkste oproepen is de garantie op de rechtvaardige verdeling van medicijnen en medische producten.

De gezamenlijke verklaring van Artsen Zonder Grenzen en Drugs for Neglected Diseases initiative (DNDi) stelde vijf stappen voor om de goede voornemens inzake toegang tot COVID-19-medicatie, diagnostiek en vaccins om te zetten in tastbare gezondheidsinstrumenten voor zorgpersoneel en patiënten. Ze stelde dat gezondheidsinstrumenten vrij van intellectuele eigendomsrechten zouden moeten zijn. Die rechten kunnen onderzoek en grootschalige productie van betaalbare gezondheidstechnologie namelijk hinderen. Ze vroeg de WHO en haar lidstaten om te zorgen voor voldoende productie en betaalbare prijzen en vroeg de landen de mechanismen van de TRIPs-flexibiliteiten te gebruiken om dit te realiseren.

De verklaring van de Amerikaanse denktank Knowledge Ecology International liet een gelijkaardig geluid horen: “Er zouden geen monopolies mogen bestaan op patenten, regelgevende exclusiviteiten, data of know-how in deze pandemie. Alle relevante technologie voor COVID-19-producten zou gratis beschikbaar moeten zijn of onder open licentie, met niet-discriminerende, redelijke en betaalbare vergoedingen.

Relevante technologieën zouden wereldwijd publiek goed moeten worden. Waar stimulansen  nodig zijn, moeten die losgekoppeld worden van prijzen en exclusieve rechten.” Ze voegde hier nog aan toe dat “overheden intellectuele eigendomsrechten controleren en miljarden spenderen om onderzoek en ontwikkeling te financieren en relevante producten te kopen. Overheden moeten samenwerken en hun macht gebruiken voor het openbaar nut.”

PHM vestigde in haar commentaar de aandacht op de sociale determinanten van gezondheid en het bestuderen van COVID-19-strategieën binnen de bredere gezondheidssystemen. “Voorbij de prioriteiten van de pandemie wachten bredere wereldwijde gezondheidsdoelstellingen: actie voor de sociale determinanten van gezondheid, actie voor de billijkheid in gezondheid en actie voor versterking van gezondheidssystemen in alle landen naar het niveau dat nodig is voor een stapsgewijze verwezenlijking van het recht op gezondheid en gezondheidszorg. Het nastreven van deze doelstellingen is nodig om wereldwijd voorbereid te zijn, maar de wereldwijde planning en respons om paraat te zijn moet ook toewerken naar die doelstellingen”, aldus PHM.

Bovenstaand artikel is samengesteld uit bijdragen van Ben Eder (UK), Gargeya Telakapalli (India), Michael Ssemakula (Uganda), Osama Ummer (India), Kriti Shukla (India), Matheus Z Falcao (Brazil), Sophie Gepp (Germany) en Natalie Rhodes (UK).

Het artikel verscheen eerst op Peoples Dispatch

De 73ste Wereldgezondheidsbijeenkomst werd een virtuele editie omwille van de COVID-19 pandemie.