Besparingen en commercialisering: een drama voor het personeel

Een marktlogica leidt niet tot een betere gezondheidszorg voor iedereen. Als winstbejag en besparingen op de eerste plaats komen, daalt het respect voor waardige werkomstandigheden en de kwaliteit van de zorg.

Slechtere gezondheid en veiligheid voor het personeel

Eén van de besparingsmethoden in de gezondheidssector is het beperken van de uitgaven voor gezondheid en veiligheid op het werk. Dat werd tijdens de coronapandemie pijnlijk duidelijk. Hoewel gezondheidswerkers hun werk in de gevarenzone uitvoerden, zorgden werkgevers bijvoorbeeld vaak voor te weinig bescherming. Tekorten aan mondmaskers, alcoholgel en handschoenen maakten het personeel extra kwetsbaar voor besmetting. Volgens de WHO waren in mei 2021 na één jaar pandemie wereldwijd al ongeveer 115.000 gezondheidswerkers overleden aan Covid-19.

Hogere werkdruk

Wereldwijd laten gezondheidswerkers van zich horen. Ze zijn gefrustreerd over hun werkomstandigheden en de manier waarop ze hun werk moeten uitvoeren. Door de pandemie verlieten heel wat mensen de gezondheidssector. Daardoor komt het werk nu op veel minder schouders terecht. De werkdruk is enorm en het beroep vraagt alsmaar meer van het personeel. Goedkoper, meetbaarder, efficiënter. Time-management en papierwerk hebben plaatsgemaakt voor een goede zorg voor de patiënt.

Je ziet het ook in rusthuizen. Vooral waar private spelers de zorg uitbaten. Geen tijd voor een praatje met de patiënt, alles tot op de minuut gechronometreerd. De kwaliteit van de zorg gaat omlaag en het zorgpersoneel haalt geen voldoening meer uit de job. Stress, fysieke klachten en burn-out zijn het onvermijdelijke gevolg. Door langdurige afwezigheid bij het personeel wordt de werkdruk bij anderen nog groter.

Minder zekerheid

Tijdens de pandemie klonk luid applaus voor het zorgpersoneel. Maar van echte steun is vandaag nog steeds geen sprake. De werkomstandigheden voor het gezondheidspersoneel blijven erg onzeker. Vooral in de privésector. Onderzoek uit Catalonië toont aan dat verpleegkundigen in de privésector vaker aan lagere lonen en met onregelmatige uurroosters werken dan in de publieke sector. Dat heeft een enorme impact op hun mentale en fysieke gezondheid.

Bovendien is interimarbeid wereldwijd aan een opmars bezig. Het wordt steeds moeilijker om aan een vast contract te komen. In de groeiende privésector in India zijn vaste contracten bijvoorbeeld zeldzaam. Daardoor wordt het zorgpersoneel er vaak minder of net boven het minimumloon betaald. Soms zijn de loonvoorwaarden in de privésector aantrekkelijker dan in de publieke sector, maar door onzekere contracten bouwt het personeel minder rechten op voor pensioen, ziekte of werkloosheid. Bovendien worden overuren niet altijd gecompenseerd en het risico om plotseling ontslagen te worden is erg groot.

Zwakkere vakbonden

Samen staan we sterk! Dat is de kracht van vakbonden. Zij brengen het gezondheidspersoneel samen en voeren met één stem actie. Ze vormen dé hefboom om ongezonde werkomstandigheden op een gerichte manier aan te pakken. Vakbonden onderhandelen betere loonvoorwaarden, spreken zich uit over de losgeslagen flexibiliteit en zorgen ervoor dat de rechten van het personeel worden gerespecteerd. Maar in de privésector is veel minder personeel lid van een vakbond. In Polen gaat het bijvoorbeeld over amper 5%.

Hier en daar verliezen gezondheidswerkers zelfs hun job omdat ze zich aansluiten bij een vakbond. En sommige private gezondheidsbedrijven doen er alles aan om de vorming van een vakbond te voorkomen. Dat fenomeen noemen we union busting en gaat in tegen artikel 23 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM): iedereen heeft het recht om een vakbond op te richten en/of zich daarbij aan te sluiten.

“Personeelstekorten kosten mensenlevens!”

Personeelstekorten kosten mensenlevens!”. Die boodschap weerklonk sinds december 2022 meermaals in het Verenigd Koninkrijk. Voor het eerst in de geschiedenis legden tienduizenden verpleegkundigen er het werk neer. Met hun historische stakingen riepen ze op om de NHS, de Britse nationale gezondheidsdienst, te versterken.


In dezelfde periode, op 10 januari 2023, besloot de conservatieve regering in het Verenigd Koninkrijk om een controversiële stakingswet voor te leggen aan het parlement. De stakingswet zou de overheid en werkgevers toelaten om werknemers te verplichten een minimale dienstverlening te voorzien tijdens stakingsacties. Het wetsvoorstel is van toepassing op onder meer de gezondheids- en onderwijssector. Dit zijn net de sectoren die massaal op straat kwamen de voorgaande maanden. Het wetsvoorstel maakt het voor werkgevers gemakkelijker om stakende werknemers te ontslaan en om vakbonden te vervolgen. Een slag in het gezicht van werknemers in de Britse publieke sectoren, die de stakingen als een laatste reddingsmiddel zien tegen de ondraaglijke levenskosten in het Verenigd Koninkrijk.

Brain drain

Het uitbesteden van de gezondheidszorg aan commerciële investeerders is ten slotte schadelijk voor de openbare sector. Schaarse talenten en middelen, zoals gezondheidswerkers en financiering, worden namelijk afgeleid. Zo kan de privésector in een land, of het medisch toerisme in buurlanden, gezondheidswerkers weglokken uit de openbare sector door hogere lonen te bieden. Die zogenaamde interne en internationale ‘brain’ of ‘care drain’ leidt tot tekorten aan zorgpersoneel in de openbare sector en op het platteland. Met als gevolg een gebrekkige toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor grote delen van de bevolking.

Vooral lage-inkomenslanden worden getroffen. Zij zien veel van hun gezondheidswerkers wegtrekken naar hoge-inkomenslanden, die hun eigen tekorten proberen oplossen door er elders te veroorzaken. Lage-inkomenslanden dragen de kost voor de opleiding van de gezondheidswerker, hoge-inkomenslanden plukken er de vruchten van mee. De Internationale Organisatie voor Migratie schat dat lage-inkomenslanden jaarlijks 500 miljoen dollar verliezen aan de migratie van gezondheidswerkers naar hoge-inkomenslanden.

De winsthonger van Big Pharma vs. gezondheidswerkers

Big Pharma maakte bergen winst de voorbije jaren. In 2022 verdiende Pfizer 100 miljard dollar. Een record. En evenveel als de totale gezondheidsuitgaven van 100 landen samen. Toch kan de Covid-vaccinatiecampagne amper een succes worden genoemd. Zeker voor gezondheidswerkers in lage-inkomenslanden.

Eind 2021, na een jaar vaccineren, was daar amper 1 op 3 gezondheidswerkers gevaccineerd. Ondanks het feit dat zorgwerkers als prioritaire groep voor coronavaccinatie werden aangeduid. De winsthonger van Big Pharma is dodelijk voor gezondheidswerkers.